MISSTANDEN IN
ZORGCENTRUM DEN HAAG ! Is dit normale gang van zaken of kan het anders ?
De
afgelopen dagen is een zorgcentrum in Den Haag negatief in het nieuws gekomen
doordat familieleden van bewoners aan de bel trokken. Het zou wellicht minder
de aandacht hebben getrokken, wanneer het niet o.a. de vader van
staatssecretaris Van Rijn betrof. Maar dat is achteraf
moeilijk vast te stellen. Feit is dat er nu weer een discussie is ontstaan over
kwaliteit in de zorg, hoge werkdruk en noodzakelijke veranderingen.
Even terug in de tijd
Al
jaren, nog ver voor de economische crisis, laten de cijfers zien dat door de
stijgende zorgvraag bij ongewijzigd beleid de behoefte aan personeel steeds
groter zal worden; toen was echter de verwachting dat zorginstellingen steeds
moeilijker aan nieuw personeel zouden kunnen komen, vanwege druk op de
arbeidsmarkt. Terwijl de eisen en verwachtingen met betrekking tot de te
leveren zorg steeds hoger zouden komen te liggen; de zorggebruiker van nu en in
de toekomst immers een andere dan de zorggebruiker van tien jaar geleden. In
het algemeen worden zorggebruikers dan wel hun vertegenwoordigers steeds
kritischer en mondiger, hetgeen deze week weer is gebleken.
“Zelfs
wanneer er voldoende financiƫle middelen zouden zijn, is het
op termijn onhoudbaar dat we de zorg leveren op de wijze, waarop we dat nu
doen; omdat we gewoon niet over de arbeidscapaciteit beschikken die nodig is om
deze toenemende (dubbele) vergrijzing op te vangen”
Hoe deze bovengenoemde gedachte van voor de crisis zich verhoudt tot de huidige gang van zaken, waarbij zorgmedewerkers hun baan verliezen door sluitingen van locaties, onzekerheid over aanbestedingen, transities en lagere budgetten, laat zich raden. We kunnen concluderen dat een ontwikkeling die we tien jaar geleden voor de langere termijn hadden zien aankomen, en waarvan we verwachtten dat dit langs een zeer geleidelijke weg zou plaatsvinden, nu versneld plaatsvindt, mede door forse ingrepen in het stelsel als gevolg waarvan veel instellingen met hun bestuurders nu intensief bezig zijn met reorganisaties.
Zijn deze misstanden te vermijden ?
Natuurlijk mogen situaties zoals beschreven door de familieleden van het Haagse zorgcentrum nooit voorkomen. Fouten worden overal gemaakt, maar hier werd zelfs genoemd dat dagelijks van 14.00 tot 16.00 uur geen toezicht was in een huiskamer. Een onaanvaardbare situatie die overigens in het programma Pauw werd tegengesproken door de voorzitter van de Raad van Toezicht. Echter, zulke grote verschillen in beleving van zorg mogen nooit worden afgedaan met verschillen in perceptie. Dit vraagt om een serieuze reactie van het bestuur van de zorginstelling. En uiteraard een positieve benadering van de cliƫntenraad, waar inmiddels overleg mee heeft plaatsgevonden. Er mag vooral niet het beeld blijven hangen dat de beschreven situaties normaal zijn in de zorg. Integendeel, door forse inzet van zorgmedewerkers, maar ook adequaat management, gaat het in veel verpleeghuizen
gelukkig nog steeds heel goed.
Maar hoe dan ?
Van belang is om mantelzorgers en vrijwilligers intensiever te betrekken en concrete afspraken te maken, zonder dat dit een dwingend karakter krijgt. Velen bezoeken soms twee maal per dag het huis waar hun familielid verblijft, leveren een belangrijke bijdrage aan de zorg en doen dit vaak met liefde. Juist deze zorg dient veel centraler te komen staan, waarbij met name de communicatie en informatie-uitwisseling met deze groep een betere afstemming kan bewerkstelligen, hetgeen de zorg ten goede komt. Ook kan het vrijwilligers en mantelzorgers prikkelen, waardoor wellicht familieleden die nu nog wat minder betrokken zijn, hierdoor extra worden gestimuleerd.
“Camera’s vervangen geen mensen”
Klopt,
maar deze opmerking die hierover door een lid van de Tweede Kamer in het
programma Pauw werd gemaakt, verdient wel enige toelichting. Want technologie
is wel degelijk een (belangrijk) deel van de oplossing voor de toekomstige
zorg. Er wordt al meer dan tien jaar geroepen dat er meer personeel aan het bed
moet komen, en soms moet dat ook gebeuren. Echter, op de langere termijn is dit
niet de oplossing voor de fors toenemende zorgvraag.
Als
bedrijf hebben wij veel positieve ervaringen met inzet van video monitoring in
de zorg, met name in huiskamers en gangen. Bij video monitoring vindt toezicht
plaats door middel van op afstand te bedienen en te volgen camera’s. Ook wordt
er doorgaans een alarmeringsfunctie aan gekoppeld. Het kan niet in de plaats
komen van structurele aanwezigheid van een zorgmedewerker ’s-middags in de
huiskamer. Maar het kan wel worden gebruikt op het moment dat iemand even wordt
weggeroepen voor een noodsituatie; op dat moment vindt inderdaad toezicht op
afstand plaats. Wanneer in de desbetreffende huiskamer een onveilige situatie
ontstaat, wordt de zorgmedewerker of diens collega direct gealarmeerd. Ook in
de avond- en nachturen biedt video monitoring mogelijkheden om met beperkte
aanwezigheid van personeel toch een zo veilig mogelijke situatie te creƫren.
Wij
verwachten dat hiervan in de toekomst nog meer gebruik zal worden gemaakt.
Wanneer u vragen of opmerkingen heeft naar aanleiding van dit artikel, belt of mailt u ons dan !!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten