donderdag 23 oktober 2014

Langer thuis wonen: sociaal netwerk belangrijk, technologie helpt

De overheid wil dat (kwetsbare) ouderen en mensen met een (fysieke) beperking langer thuis blijven wonen en een groter beroep doen op hun omgeving (partner, familie, buren, etc.). Kan dit wel ? Wat zijn hiervan de consequenties ? Wat zijn alternatieven ? Kan technologie hier iets in betekenen ? Wat kan de overheid hierin voor rol spelen ? Dit artikel schetst een beeld van mogelijke scenario’s, maar biedt ook opties om te voorkomen dat mensen aan hun lot worden overgelaten of mantelzorgers overbelast raken.



Problematiek

Bij mensen met dementie die nog thuis wonen, doen zich regelmatig gevaarlijke situaties voor zoals valpartijen en verkeerde medicijninname, wordt door Alzheimer Nederland aangegeven.
Vaak gaan mensen met dementie die nog thuis wonen naar een vorm van dagopvang. Voor de partner die vaak als mantelzorger de demente client verzorgt, zijn deze momenten ook hard nodig om even tijd voor zich zelf te hebben en op adem te komen. Afhankelijk van het stadium waarin dementie zich bevindt, is de mantelzorger immers vaak al zwaar belast. Vaak hebben mensen 24 uur zorg nodig. En dat probleem is nog groter wanneer de client alleen woont !!!
Met ingang van 2015 moeten gemeenten ervoor zorgen dat iedereen zolang mogelijk thuis blijft wonen. Echter, de kans is groot dat er de komende jaren ook minder middelen beschikbaar zullen zijn voor bijvoorbeeld dagopvang en de huishoudelijke hulp, hetgeen mantelzorgers nog zwaarder zal belasten. Uit onderzoek dat door Alzheimer Nederland is uitgevoerd, is gebleken dat een op de drie mantelzorgers zich veel of dagelijks ernstig zorgen maakt, waarbij driekwart aangeeft dat zich thuis dermate onveilige situaties voordoen, waarbij het maar net goed afloopt. Voorbeelden hiervan zijn het ('s-nachts) dwalen en/of weglopen, het aanzetten van gas, de kraan laten lopen, verbranding door te heet water, etc. 
Een ander probleem voor ouderen die geacht worden langer thuis te blijven wonen, is dat een kwart aangeeft geen sociaal netwerk te hebben, waarop zij kunnen terugvallen als ze hulp nodig hebben. Dit blijkt uit een enquete van de ANBO onder 11.000 senioren. De bedoeling is echter dat in de "participatiesamenleving" die de overheid voor ogen heeft, familie, vrienden en buren meer zorg verlenen aan hulpbehoevende ouderen.
Veel senioren voelen zich bovendien bezwaard hulp te vragen aan hun omgeving. De kans is aanwezig dat zij hun situaties rond hun sociale netwerk negatiever zullen voordoen om toch meer aanspraak op professionele zorg te kunnen maken.
Anderen zullen koste wat kost hun eigen boontjes willen blijven doppen, ook als ze eigenlijk niet meer zonder zorg kunnen. In de hervorming van de langdurige zorg draait het volgens de overheid om "eigen kracht" en "zelfredzaamheid". Het beeld dat veel ouderen hun eigen zorg kunnen regelen, is echter te rooskleurig, gezien de uitkomsten van de enquete; de mate waarin mensen kunnen terugvallen op hun sociale netwerk, valt tegen.

Gemeenten kunnen sociale netwerken bevorderen

Gemeenten moeten daarom niet alleen inzetten op het bieden van zorg, wanneer dat nodig is, maar zullen ook voorzieningen moeten bieden die gericht zijn op versterking en uitbreiding van het sociale netwerk. Pas als geen beroep kan worden gedaan op het sociale netwerk, is professionele zorg aan de orde. Echter, wanneer niets wordt gedaan aan uitbreiding van het sociale netwerk, zullen mensen eerder versneld in de crisisopname terecht komen dan dat ze langer thuis wonen. En de kosten voor deze crisisopname zijn beduidend hoger dan kosten die gepaard gaan met goede ondersteuning thuis.
Om gemeenten een instrumentarium te bieden, waarmee deze sociale netwerken kunnen worden versterkt, is het concept “Vitale senioren thuis in de wijk van de toekomst” ontwikkeld. Dit concept is gebaseerd op een optimale afstemming van zorg en welzijn in de wijk, en gaat uit van de onderstaande pijlers:
1)    Een vereniging of organisatie in de wijk die in staat is de benodigde verbindingen te leggen en sociale contacten tot stand te brengen; inwoners van de wijk kunnen zich hierbij aansluiten;
2)    Op maat ingerichte (nieuwe) zorg- en welzijnsfuncties met een gedegen ketenmanagement;
3)    Een digitaal wijkplatform, dat ook is ingericht op gebruikers die niet zijn gewend om computers te bedienen.
Hiervoor is een belangrijke rol weggelegd voor in de wijk gevestigde (intramurale) zorginstellingen en welzijnsorganisaties. Daarnaast kan een slim gebruik van het internet en de modernste technologische mogelijkheden (zoals domotica) thuiswonende cliënten en hun omgeving op diverse manieren ondersteunen: sociaal contact (chatten, videobellen, activiteitenkalender), veiligheid (alarmfunctie, toegangscontrole op afstand) en praktische ondersteuning (agendafunctie voor mantelzorgers, zorg op afstand, boodschappenfunctie). Hiermee kan niet alleen de ondersteuning van de zorgvrager op een nieuwe manier worden georganiseerd en ingevuld, maar het biedt daarnaast de mogelijkheid om nieuwe vrijwilligers aan te trekken en hiermee ook nieuwe sociale contacten tot stand te brengen in de wijk.

Extra ondersteuning mantelzorgers

Als gevolg van het langer thuis blijven wonen van (kwetsbare) ouderen en mensen met een (fysieke) beperking wordt de druk op de omgeving (mantelzorgers/ familie) groter, terwijl deze druk nu al erg hoog is. Op dit moment wordt door instanties (overheid, maar ook zorgaanbieders en welzijnsorganisaties in zogenaamde “keukentafelgesprekken”) ook vooral de nadruk gelegd op meer inzet door familie, buren en vrienden. Gemeenten dienen door een actief mantelzorgbeleid echter juist te voorkomen dat deze overbelast raken en dienen daarom maatregelen te nemen om deze mantelzorgers te ondersteunen. Dit lijkt welhaast een niet te overbruggen spanningsveld. Toch zijn er oplossingen voor gemeenten en maatschappelijke organisaties (zorg en welzijn) om dit te doorbreken.
Stichting Respijtzorg Nederland ondersteunt bijvoorbeeld gemeenten bij de oprichting van zogenaamde respijthuizen, zoals in Alkmaar; een prima initiatief dat de mogelijkheid biedt voor mensen met een chronische ziekte en/of aandoening er tijdelijk te logeren, om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, variërend van opvang voor een dag tot een langer verblijf van maximaal zes weken.
Daarnaast kan, bijvoorbeeld bij de keukentafelgesprekken, veel meer worden ingezet op mogelijkheden die technologie en hulpmiddelen bieden om op een veilige en comfortabele wijze met (fysieke en/of geestelijke) beperkingen thuis te blijven wonen, zonder hierbij nog meer beslag te moeten leggen op vaak toch al overbelaste mantelzorgers. Technologie biedt de mogelijkheid om de thuissituatie met behulp van sensortechnologie en/of beeldcommunicatie te monitoren, onveilige situaties te signaleren en alarmering in gang te zetten. Betaalbare domotica ondersteunt zowel de client als de mantelzorger in de thuissituatie, en vergemakkelijkt het wonen en leven (huisautomatisering, toegang tot de woning, energiebesparing, verlichting, zonwering, gordijnen, etc.). Van belang hierbij is deze technologie op een flexibele en schaalbare manier te kunnen inzetten en de cliënt en/of mantelzorger hierbij de volledige regie te laten houden.

Concluderend kunnen we stellen dat langer thuis wonen wel het doel kan zijn, maar dat het  hiervoor niet voldoende is om uit te gaan van meer inzet door familie, buren, etc. Hiervoor zal meer in gang moeten worden gezet om dit succesvol te kunnen bereiken. Gemeenten, maar ook zorginstellingen en welzijnsorganisaties kunnen hierin een rol van betekenis spelen.

Wanneer u naar aanleiding hiervan meer informatie wilt of met een van onze adviseurs van gedachte wilt wisselen, belt of mailt u ons gerust !!!

www.carewel.nl                                     info@carewel.nl                                       070 - 8200 910

Geen opmerkingen:

Een reactie posten